Woordenboek Letter: W.
Wasbret = Wasbord
Wasklemmer = Wasknijper
Wasklok = Stamper voor was in een teil aan te stampen
Wats = Klap / Mep om je oren
Wee = Pijn
Wegkerster = Kantonnier
Weije = Waaien / Zwerven
Weit = Tarwe
Wek / Weg = Brood
Welboom = Wals
Wèrs = Tegen de keer in
Wielder = Mannetjeseend
Wiend ei = Ei zonder schaal / Sukkelig iemand
Wiend = Wind
Wies = Tot / (bijv.) wies méan (tot morgen)
Wiet weg = Ver weg
Wiets = Mop
Wiks = Schoenpoets
Wisboom = Paal op de hooikar
Wreuvel /Wröfel = Houtenslot
Wuule = Woelen