Woordenboek Letter: N.
Nagelbloemen = Narcissen
Nakse Fallie = Helemaal Naakt
Naold = Naald
Näöle = Zeuren / Zaniken
Naegels = Spijkers
Naeve = Naast / Erlangs
Neetoor = Pestkop
Netse = Klieren / Uitdagen
Neutele = Pesten
Neuteluk = Chagrijnig
Noedele = Macaroni
Noj = Met tegen zin
Nondejuuke = Strikje om nek
Nuzik = Omslagdoek
Nut = Kwaad