De Coöperatieve St. Antonius Zuivelfabriek Aijen
Verschillende dorpen in de gemeente hadden vroeger een "Fuus". Een Fuus was een boter/melkfabriekje op een boerderij waar de melk van de omliggende boerderijen centraal verzameld en verwerkt werd tot melkproducten. Voor deze tijd werd de melk zelf op de boerderij door de boerin en boer verwerkt. Dit gebeurde door middel van "karnen", het intensief roeren of schudden om de vetdeeltjes te laten samenklonteren, hierdoor kon men kaas en boter zelf bereiden en blijft karnemelk over.
Ook Aijen had een "Fuus', dit was dus het allereerste boter/melkfabriekje in Aijen. Deze stond schuin achter de boerderij van de familie Josten, adres Aijen 21. Deze boerderij is een van de oudste nu nog bestaande boerderijen van Aijen, deze dateert nog van voor 1800. Al is deze boerderij compleet gerestaureerd en omgebouwd tot woonhuis. De boerderij van de familie Josten heeft tot 1917 mede als melkfabriek gediend voor de melk van de Aijense boeren. Er was een grote kelder onder de boerderij waar de melk “gekarnd” werd tot “goei botter” en andere melkproducten. Deze werden daarna op markten in de grotere omliggende plaatsen zoals Venlo, Venray en Kevelaer verkocht.
In 1917 is de grote coöperatieve stoomzuivelfabriek St. Antonius Abt aan de Rijksweg 44 -46 opgericht en op maandag 1 oktober is er met de productie gestart. In de volksmond de Melkfabriek genoemd. Vanaf toen werd alle melk uit de hele gemeente naar de Rijksweg in Aijen gebracht en verwerkt tot melkproducten. Vele Aijenaren, maar ook velen buiten Aijen, vonden in deze fabriek hun werk en deze is dus van grote betekenis geweest in de gemeente.
De eerste directeur was dhr. Stevens. De directeur woonde in het woonhuis rechts langs de melkfabriek. Voordat de melk in melkbussen in de fabriek aankwam, was er al heel wat werk verricht. Vroeger haalde Hay Vousten in Aijen de melkbussen op met paard en wagen en bracht ze naar de stoomzuivelfabriek. Later deed Pierre Vousten dit met de trekker. Iedere boer had zijn eigen nummer en deze stond ook op de melkbussen.
Dhr. Smulders (latere directeur zuivelfabriek) schreef wel eens een artikel in De Wegwijzer, onder de kop "Van het Melkfront". Hierin werd onder meer gewezen op de hygiëne van onder andere de melkbussen. Tot december 1966 is deze fabriek bijna 50 jaar in bedrijf geweest met producten als boter, melk, karnemelk, room, vla, kindervoeding en yoghurt.
Vanwege schaalvergroting en omdat er gemoderniseerd moest worden, is er uiteindelijk gefuseerd met NoLiMel (Noord Limburg Melk). Daarom is de stoomzuivelfabriek gesloten en de productie naar Venray en Venlo verplaatst.
Na sluiting van de melkfabriek is deze voor verschillende doeleinden nog gebruikt, zoals een handelaar in auto's en bussen maar ook leegstand. Veel later zou er een theater van gemaakt worden en uiteindelijk is het voorste gedeelte, waar vroeger de laad en los plek was, als woonhuis omgebouwd.
Voor foto’s van de zuivelfabriek St. Antonius Abt., klik hier.