headerimg

 

Sjang Roeffen

De Geschiedenis van Sjang Roeffen pionier van het eerste uur in Aijen en Bergen.  Niemand minder dan hij zelf zal vermoed hebben dat hij de historie zou ingaan als de grondlegger van de Boerenstand organisatie en haar levensinstellingen in Noord Limburg. Op 12 maart 1868 werd Johannes Wilhelmus Roeffen te Broekhuizen geboren en nadat hij op zijn 90-ste verjaardag door het Hoofdbestuur van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond gehuldigd was met de zilveren legpenning van de L.L.T.B overleed hij in alle stilte op bijna 91 jarige leeftijd te Well. Persoonlijk had hij de grote stoot gegeven tot de oprichting van de afd. L.L.T.B. Bergen en vanaf de oprichting op 8 maart 1908 was hij 12,5 jaar de voorzitter. Een jaar nadien namelijk op 21 maart 1909 kwam mede door zijn toedoen de Boerenleenbank in Bergen tot stand en werd hij de eerste directeur, welke functie hij ruim 11,5 jaar vervulde. Nu zoveel jaren nadien spreekt de drang tot organisatie niet meer zo tot de verbeelding.

In 1890 vertrekt Sjang Roeffen als jongen van 12 jaar met zijn ouders en zijn jongere broers en zusters naar het buurtschap Elsteren bij Well. Aldaar ging de familie Roeffen een klein boerderijtje exploiteren, een ossenboerderijtje noemde men in die tijd zulk een boerderij. De os die als trekpaard dienst deed, moest in de herfst verkocht worden om aan de financiële verplichtingen te voldoen. Dat Sjang Roeffen een jonge boer was met meer dan normale gaven en inzichten was o.a pastoor van Soest te Well opgevallen. In 1888 liet de pastoor vader Roeffen bij zich ontbieden: dit met de mededeling dat Zoon Sjang mee moest komen. Wat was er aan de hand? Te Aijen bevond zich de Sintelenberg, die bestond uit 2 boerderijen. Een van de twee boerderijen werd bewoond door de familie Hermans - van Aerssen. Op 2 december 1871 was deze boerderij van schoenmaker Hendrik Ponjee verkocht aan Dhr. Hermans, akkerman uit Arcen.

De andere boerderij op de Sintelenberg werd bewoond door de familie van Kuick. Aangezien de familie van Kuick gelden had geleend van de R.K.-kerk te Well en niet meer aan haar financiële verplichtingen kon voldoen, was pastoor van plan om deze boerderij met 14 ha. grond te verpachten aan de familie Roeffen. Vader Roeffen zag hier tegenop, doch zoon Sjang was enthousiast voor deze plannen. Nadat de kerk weer de eigenaresse was geworden werden zij pachters. In 1957 werd deze boerderij verkocht aan de huidige bewoner en toenmalige pachter de familie Vousten. Sjang wilde op dit bedrijf aanstonds betere landbouwmethodes gaan invoeren, doch stuitte op hevige tegenstand van zijn vader. Met het ouderlijk gezag op de achtergrond kon hij niet doen zoals hij graag wilde.

Op 23-jarige leeftijd knoopte hij verkering aan met de dochter van de “ Diekse boer ” en zelfs begon hij er over te denken een zelfstandig boerenbedrijf te beginnen. Doch andermaal deed het ouderlijk gezag zich gelden: zoon Sjang was nog te jong en onervaren!! Omdat er voldoende arbeidskrachten op dit bedrijf aanwezig waren besloot Sjang in Duitsland te gaan werken. In de omgeving van Krefeld werd hij in 1891 boerenknecht op een groot bedrijf. Hier kon hij zijn boerenidealen bot vieren. Na ruim 1 jaar wilde hij van bedrijf veranderen om meer kennis op te doen. Zodoende kwam hij in Solingen in het Sauerland terecht als bedrijfsleider op een landbouwbedrijf van 100 Duitse morgens (85 ha.). Na enige tijd kwam dit bedrijf vrij en Sjang dacht er over om samen met zijn zuster dit bedrijf over te nemen. Doch ten derde male was vaders wil is wet en kwam er niets van. Daarna kwam hij als bedrijfsleider op een 300 ha. groot aspergebedrijf te Brunswijk, het hartje van de Duitse aspergeteelt.

Toen broer Toon zich als soldaat moest melden keerde Sjang terug naar de Sintelenberg. Vanuit Duitsland werd een grote partij aspergeplanten meegebracht. Genoeg om er thuis 2,5 ha. mee te beplanten. Zijn Kevelaerse tante bracht hem op het idee om met de geteelde tuinbouwproducten aldaar naar de Kevelaerse markt te komen. Aanvankelijk werd deze tocht per fiets gedaan met 10 kg stokbonen en wat augurken. Al gauw werd deze reis per kar gemaakt en werden naast stokbonen en augurken ook aardappelen meegenomen naar Kevelaer. Wat later werden ook eieren mee verhandeld en werd het marktterrein uitgebreid tot Goch. Deze markt werd bezocht, in samenwerking met zijn buurman Jac. Hermans voeren ze elke week met 1 kar naar Kevelaer en Goch. De asperges werden op een vast adres in Goch afgeleverd.

Op de conservenfabrieken in Brunswijk had Sjang zoveel geleerd dat op zijn ouderlijk bedrijf al in het voorjaar 1000 Duitse marken met de asperge verdiend werd voordat de andere tuinbouwproducten kwamen. Ook de Wellse tuinders Simons, Heuren en Albers gingen mee naar de markten van Kevelaer en Goch. In 1917 trouwde Sjang en vestigde zich aan de Wezerweg te Well. Al hoewel hij daar aanstonds met 1 ha. asperge begon bleek dit niet veel navolging te hebben. Pas toen in 1953 de z.g “Asperge-commissie” werd gesticht kon een grote uitbreiding van deze teelt in de Gemeente Bergen van start gaan. Hoe anders zou het geweest zijn als Sjang zijn asperge-idealen al in de 30er jaren gestart zouden zijn. Sjang Roeffen had in Duitsland echter veel meer gezien. Hij had aldaar de boerenbonden zien opkomen en daarnaast de boerenleenbanken. Tevens had hij gezien wat er met kunstmest te bereiken viel.

Begin 1900 liep hij dan ook reeds met de ideeën van boerenbonden en boerenleenbank rond. Toen Blitterswijck door toedoen van Dhr. Vissers zijn boerenbond had gekregen ging hij daar naar toe om dit te bespreken. Maar de uit Ottersum afkomstige Bergse pastoor Janssen was niet gesteld op moderne ideeën. Wel vond hij steun bij kapelaan Terstappen in Bergen en bij een andere man van groot gezag: Wethouder A. Korting te Aijen. Samen werd in Blitterswijck een reglement opgehaald, doch ook dit kon pastoor Janssen niet imponeren.”Daar in Blitterswijck gebeuren alle onmogelijke gekke dingen” aldus pastoor.

Er werd doorgewerkt: in Bergen en Aijen was een boterfabriek voor handkracht. Samen met deze besturen en kapelaan Terstappen werd op 8-3-1908 een bijeenkomst belegd. Dit werd de grote dag voor Bergen en omstreken en als eerste werd de Boerendbond van Bergen een feit, Sjang Roeffen werd voorzitter en meester v.d. Bergh secretaris. Bestuursleden A. Korting, Jac. Stoffels, Jan van Lin, Alouis Peeters en kapelaan Terstappen als geestelijk adviseur. Aanstonds traden 38 leden toe en na het eerste jaar waren er dit 119. Van Heukelom, de Smele tot de Kamp onder Well. In 1908 lid van de L.L.T.B. Voor gezamenlijke rekening werd ingekocht, zoals veevoer en kunstmest. Daarnaast werden er cursussen gegeven en was meester v.d. Bergh de grote man. Lezingen werden er gehouden, verpachting en regelen van aan- en verkopen, het lossen en rijden van goederen enz. De goederen werden per kar gehaald in Straelen en op de Viller Mühle te Hommersum later bij Havens en nog later bij het Landbouwbelang. Mais kwam per boot en nadien ook andere producten. Deze werden gelost op de loswal te Aijen en opgeslagen in een schuur bij van Aerssen. Er kwam een hagel-en brandverzekering. De omzet steeg van 34 wagons in het eerste jaar naar 200 in 1948.

Na de oprichting van de Boerenbond bleek in Bergen al gauw de behoefte aan een Boerenleenbank. Hiervan wilde pastoor Janssen nog minder weten. Deze kon echter niet verhinderen dat op 21 maart 1909 in een vergadering de oprichting een feit werd. En aangezien de pastoor niet naar de vergadering wilde komen had men inspecteur Jac Verbeeten (uit Vierlingsbeek) van de centrale bank in Eindhoven laten komen. Directeur ook hier werd Sjang Roeffen met Alouis Peeters als onderdirecteur en kassier Th. Zegers, deze heeft de functie gedurende 37 jaar vervuld en werd opgevolgd door Thei Verhoeven en nadien door Jan Litjens. Nadat Sjang Roeffen in 1917 op zijn boerderij aan de Wezerweg was beland, heeft hij in alle stilte op deze kleine nederzetting zijn verdere leven geleid. Dit in alle eenvoud en ver verwijderd van de dorpskernen.Teleurstellingen zijn hem daarbij niet bespaard gebleven.

Zijn idealisme werd in eerste instantie geremd door het ouderlijk gezag uit de tijd van zijn jeugd. Daarna vorderde het organisatie- en standsleven te weinig naar de zin van de initiatiefnemer. Als medeoprichter was hij gedurende 12,5 jaar hardwerkende voorzitter van de Bergse Boerenbond en 11,5 jaar de directeur van de Boerenleenbank in Bergen. Hij heeft gestreden voor de verarmde boerenstand begin 1900 na de grote wereldcrisis. Te Well heeft Sjang zich niet meer veel in de openbaarheid begeven. Zijn enige dochter die het ouderlijk bedrijf al had verlaten verloor op tragische wijze het leven bij een bombardement van Venray. Op 89-jarige leeftijd deed hij zijn bedrijf van de hand om daarna nog slechts kort te genieten van zijn welverdiende rust. Hij overleed op 90-jarige leeftijd te Well. Sjang heeft zich in de kop van Noord-Limburg grote verdiensten weten te verwerven op agrarisch gebied. De vruchten van zijn pionierswerk zijn voor het nageslacht bewaard gebleven.

(Auteur Frans van Aerssen)